Gemeenten en provincie doen oproep voor meer handelingsperspectief beheer wolf

Sinds de wolf permanent gevestigd is in Fryslân, nemen de aanvallen op hobby- en landbouwhuisdieren toe. En daarmee ook de zorgen en vrees onder dierhouders en inwoners. Daarom vragen de provincie Fryslân en de gemeenten Heerenveen, Ooststellingwerf, Opsterland, Smallingerland, en Weststellingwerf in een brief aan staatssecretaris Jean Rummenie om meer handelingsperspectief voor beheer van wolven.

Het aantal wolven in Fryslân neemt sterk toe. Ook het aantal wolvenaanvallen op landbouwhuisdieren is sterk gestegen de afgelopen tijd. In de eerste maanden van dit jaar zijn er 69 meldingen gedaan van aanvallen op landbouwhuisdieren in Fryslân. “Dat maakt dat er een constante vrees onder dierhouders is. Maar ook onder inwoners. De wolf wordt steeds vaker in bewoond gebied gezien, waardoor het gevoel van onveiligheid toeneemt”, vertelt gedeputeerde Matthijs de Vries. 

Handelingsperspectief

Op dit moment wordt er ingezet op preventie van wolvenschade, bijvoorbeeld door subsidie voor wolfwerende hekken, voorlichting, een wolvenconsulent en de Gebietskommisje Wolf. “Maar dat is niet genoeg”, zegt de Vries. “We zien dat het handelingsperspectief tekort schiet. Alleen inzet op voorlichting en schadepreventie is niet voldoende om de zorgen en het gevoel van onveiligheid weg te nemen.” Daarom roepen de gemeenten in Zuidoost Fryslân en de provincie op tot meer perspectief als het gaat om beheer van de wolf. Onder meer door het aanpassen van de beschermde status van de wolf te versnellen, zodat er eerder ruimte ontstaat voor beheer. 

Populatie wolven in Centraal-Europa

Ook benadrukken de partijen dat ze graag zien dat er een nieuwe beoordeling komt van de omvang van de populatie wolven in Centraal-Europa. De wolven in Nederland zijn onderdeel van die populatie. Als alle deelpopulaties in Centraal-Europa bij elkaar opgeteld worden, is er op dit moment al sprake van een gunstige staat van instandhouding (voldoende wolven om de soort in stand te houden). Dat zou beheer van de wolvenpopulatie mogelijk maken. 

De Vries: “De zorgen bij onze dierhouders, inwoners, maar ook bij ons als gemeentelijke en provinciale besturen, zijn groot. Er is op korte termijn meer handelingsperspectief voor beheer van de wolf in onze provincie nodig. Daarom sturen we staatssecretaris Rummenie deze brief.”  

Tekst uit brief aan staatsecretaris over handelingsperspectief wolf

Hooggeachte,
 
Met deze brief willen wij onze zorg uitspreken over het toenemende aantal wolvenaanvallen in Fryslän. Sinds de permanente vestiging van wolven in onze provincie nemen niet alleen de aanvallen op landbouwhuisdieren toe, maar ook de zorgen onder onze inwoners. Wij verzoeken u daarom om ons meer perspectief te bieden op een breder instrumentarium om de wolf te beheren. 

Maatschappelijke onrust neemt toe 

Het aantal wolven in onze regio neemt sterk toe. Het aantal wolvenaanvallen op landbouwhuisdieren is exponentieel gestegen. In de eerste maanden van dit jaar zijn er 69 meldingen gedaan van aanvallen op landbouwhuisdieren in Fryslan (zie onderstaande tabel). Dit heeft geleid tot een constante vrees bij zowel dierhouders als onze inwoners. Omdat de wolf ook dichter in de buurt van mensen lijkt te komen, neemt het gevoel van onveiligheid snel toe. Mensen durven bijvoorbeeld hun kinderen niet meer alleen naar school te laten fietsen. Dit wordt versterkt door voorbeelden als het incident van 9 juli 2023 met een wolf van de roedel van de Drents Friese regio en een dierhouder in het nabijgelegen Wapse, en de incidenten bij het Utrechtse Leusden. Het gedrag van de wolf is anders dan bij de introductie in het beleid door ecologen is aangegeven. De wolf is niet schuw, wordt veelvuldig overdag in bebouwde omgeving waargenomen en vergrijpt zich aan landbouwhuisdieren terwijl dit immer anders is voorgesteld. Dit legitimeert versneld verruiming voor beheer. 

Gebrek aan handelingsperspectief 

De roep om meer handelingsperspectief en instrumentarium bij wolven is groot. Er is nu geen handelingsperspectief, anders dan voorlichting en subsidiëring van wolfwerende maatregelen voor landbouwhuisdieren. Als provincie zijn wij verantwoordelijk voor de nale­ving van de Omgevingswet. Op dit moment kunnen wij op basis daarvan alleen preventieve maatregelen treffen zoals wolfwerende hekken al dan niet in combinatie met de inzet van kuddebeschermingshonden. Wij zetten optimaal in op het gebruik van deze preventieve maatregelen. De provincie faciliteert hierbij door middel van voorlichting, een subsidierege­ling, een wolvenconsulent en een gebiedscommissie wolf. Ondanks deze inspanningen blijft het aantal wolvenaanvallen hoog. Bovendien neemt de inzet op preventieve maatrege­len alléén niet het gevoel van onveiligheid weg bij onze inwoners. Wij constateren daarmee dat ons handelingsperspectief tekort schiet. 

Versnel het aanpassen van de beschermde status 

Op 7 maart 2025 is de beschermde status van de wolf verlaagd binnen het verdrag van Bern. De Europese Commissie heeft op 7 maart 2025 ook een voorstel gedaan voor een verlaging van de beschermde status binnen de Habitatrichtlijn. De verlaging van de be­schermde status in de EU zal doorvertaald moeten worden naar de Omgevingswet om deze wijziging in Nederland effectief te maken. Wij verzoeken u, sneller dan nu is aange­kondigd in de Landelijke Aanpak Wolven (LAW), het wetgevingstraject voor te bereiden en indien mogelijk op te starten om in de Omgevingswet de beschermde status te verlagen. Zodat uw ministerie direct na het besluit in de EU de wijzing in de Nederlandse regelgeving kan doorvoeren. 

Nieuwe beoordeling van het populatieniveau nodig 

We hebben al eerder kenbaar gemaakt dat we grote waarde hechten aan een nieuwe be­oordeling van het populatieniveau van de Centraal Europese wolf. Hiervoor dient een inter­nationaal afgestemd plan te komen. Wij zien mogelijkheden om het populatieniveau - en daarmee de gunstige staat van instandhouding - aan te passen. Doordat de Nederlandse wolven deel uitmaken van de Centraal-Europese populatie is het niet noodzakelijk, dat er alleen in Nederland een gunstige staat van instandhouding wordt bereikt. Een ruimtelijke samensmelting van bijvoorbeeld de Centraal-Europese populatie en de Alpiene populatie maakt het mogelijk om de individuen van deelpopulaties bij elkaar op te mogen tellen. 

Hiermee is de populatie wolven van een dergelijke omvang en levensvatbaarheid dat de gunstige staat van instandhouding is bereikt. Dit zou beheer van de wolvenpopulatie moge­lijk maken. Wij willen u daarom dringend verzoeken om dit signaal te delen in Brussel, zo­dat er met behulp van een internationaal plan opnieuw gekeken wordt naar de populatie en de status van gunstige staat van instandhouding van de wolf in Europa. Wij nodigen u graag uit om hier met ons over in gesprek te gaan. We horen graag of u op onze uitnodiging in wil gaan. 
Mede namens de colleges van B&W van de gemeenten Ooststellingwerf, Weststellingwerf, Opsterland, Smallingerland en Heerenveen. 

Hoogachtend,