Wet kwaliteitsborging (Wkb)
Het doel van de Wet kwaliteitsborging (Wkb) is om de bouwkwaliteit te verhogen. De gemeente toetste tot 1 januari 2024 vooraf of uw bouwplan aan de bouwtechnische voorschriften voldeed. Door de Wet kwaliteitsborging doet de gemeente dit voor bouwwerken met een laag risico (gevolgklasse I) niet meer. U huurt zelf een kwaliteitsborger in. Dit is verplicht.
- De Wet kwaliteitsborging voor nieuwbouw binnen de gevolgklasse 1 geldt per 1 januari 2024.
- De Wet kwaliteitsborging voor verbouwingen binnen de gevolgklasse 1 gaat waarschijnlijk in per 1 juli 2025. U hoeft als initiatiefnemer bij verbouwingen dan pas een kwaliteitsborger in te schakelen.
Wat doet een kwaliteitsborger
De kwaliteitsborger toetst de bouwtechnische aspecten tijdens de bouw. De kwaliteitsborger controleert voor en tijdens de bouw of het bouwplan voldoet aan de bouwtechnische voorschriften. Deze voorschriften gaan bijvoorbeeld over brandveiligheid, fundering of energiezuinigheid. De voorschriften staan in het ‘Besluit bouwwerken leefomgeving’ en in het Omgevingsplan.
Toezicht houden gaat via een instrument voor kwaliteitsborging. Private partijen ontwikkelen deze instrumenten en worden daarna gekeurd door de Toelatingsorganisatie Kwaliteitsborging Bouw. Als het instrument aan de eisen voldoet, mag het gebruikt worden voor kwaliteitsborging.
Welke bouwwerken vallen onder de Wet kwaliteitsborging
De Wet kwaliteitsborging geldt voor bouwwerken in gevolgklasse I. De gevolgklasse zegt iets over hoe risicovol een bouwwerk is. Gevolgklasse I zijn bouwwerken met een laag risico. Bijvoorbeeld:
- Woningen
- Woonboten
- Recreatiewoningen
- Industriegebouwen van maximaal twee bouwlagen
Hierop zijn een aantal uitzonderingen. Bijvoorbeeld als u in of op een monumentaal pand gaat bouwen.
Voor bouwwerken in gevolgklasse I moet u een kwaliteitsborger inhuren. Ook moet u een bouwmelding en een gereedmelding indienen. De bouwwerken die onder gevolgklasse I vallen zijn te vinden op website Informatiepunt Leefomgeving.
Gevolgklasse II en III
Gevolgklasse II en III zijn risicovolle bouwwerken. Bijvoorbeeld appartementencomplexen, scholen of hotels. Voor deze bouwwerkzaamheden heeft u voorlopig nog een omgevingsvergunning nodig. Het is mogelijk dat dit over vijf jaar verandert.
De gemeente toetst complexe bouwplannen zelf aan de bouwtechnische voorschriften. Ook houdt de gemeente toezicht tijdens de bouw. U hoeft geen kwaliteitsborger in te huren.
In welke gevolgklasse valt uw bouwwerk?
Via de vergunningencheck van het Omgevingsloket controleert u in welke gevolgklasse uw bouwwerk valt.
Hoe werkt het straks als u gaat (ver)bouwen?
Bouwwerk in gevolgklasse I
U controleert of u een omgevingsvergunning nodig hebt. De omgevingsvergunning gaat over of het bouwwerk past in de omgeving.
De gemeente controleert of uw aanvraag voldoet aan de regels in het Omgevingsplan. Bijvoorbeeld of uw bouwplan voldoet aan de welstandseisen.
Binnen 8 weken beslist de gemeente of uw aanvraag is geaccepteerd of afgewezen.
Naast een omgevingsvergunning, moet u ook een bouwmelding en gereedmelding indienen. De meldingsplicht gaat over de bouwtechnische voorschriften.
Bouwwerk in gevolgklasse II en III
Voor bouwwerken in deze gevolgklasse heeft u een omgevingsvergunning (omgevingsplanactiviteit en bouwactiviteit) nodig. Deze kunt u aanvragen via het Omgevingsloket.
Stap 1. Inhuren kwaliteitsborger:
U huurt zelf een kwaliteitsborger in. Op de website Toelatingsorganisatie Kwaliteitsborging Bouw vindt u een lijst met kwaliteitsborgers.
Stap 2. Bouwmelding indienen:
U mag niet beginnen met bouwen, voordat u een complete melding hebt ingediend. Minimaal vier weken voor de bouw begint, dient u de bouwmelding in via het Omgevingsloket. Hier geeft u ook aan wie uw kwaliteitsborger is.
Lever alle informatie aan waar om gevraagd wordt. U krijgt van de gemeente te horen of uw melding is geaccepteerd of afgewezen. Ontbreekt er informatie? Dan moet u een nieuwe melding indienen. Vier weken na het indienen van de melding, mag u met de bouw beginnen.
Stap 3. Start bouw:
Twee dagen voor het begin van de bouw, geeft u dit door via het Omgevingsloket.
Stap 4. Controle door kwaliteitsborger:
De kwaliteitsborger controleert of aan de bouwtechnische voorschriften wordt voldaan. De gemeente blijft het bevoegd gezag. Als er een reden is, controleert de gemeente of er aan de bouwvoorschriften wordt voldaan. Ook als geen bouwmelding of gereedmelding is ingediend, kan de gemeente handhaven. De kwaliteitsborger kan dit niet.
U ontvangt een verklaring van de kwaliteitsborger als het vertrouwen bestaat dat het bouwwerk aan de bouwtechnische voorschriften voldoet.
Stap 5. Einde van de bouw:
Eén dag na het stoppen van de bouw, geeft u dit door via het Omgevingsloket.
Stap 6. Gereedmelding:
U mag het bouwwerk niet gebruiken, voordat u een complete gereedmelding heeft ingediend. Minimaal twee weken voor u het bouwwerk wilt gaan gebruiken, dient u een gereedmelding in via het Omgevingsloket.
U krijgt van de gemeente te horen of uw melding is geaccepteerd of afgewezen.
Indienen bouwmelding
De bouwmelding moet de volgende gegevens bevatten (artikel 2.18 Besluit bouwwerken leefomgeving):
- Naam, adres en telefoonnummer van degene die het bouwwerk bouwt;
- Naam, adres en telefoonnummer van een gemachtigde (als die de melding indient);
- E-mailadres (als melding elektronisch plaatsvindt) van degene die het bouwwerk bouwt, of van de gemachtigde;
- Dagtekening;
- Adres, kadastrale aanduiding of coördinaten van de locatie waarop de activiteit plaatsvindt;
- Een beschrijving van de bouwactiviteit. Inclusief de gebruiksfunctie van het bouwwerk;
- Wie de kwaliteitsborger is en met welk instrument voor kwaliteitsborging de kwaliteitsborger werkt;
- Risicobeoordeling;
- Borgingsplan. Het borgingsplan levert u in tijdens de bouwmelding. Het borgingsplan beschrijft in ieder geval (artikel 3.80);
- de totstandkoming ervan;
- de aard en omvang van de uit te voeren kwaliteitsborging;
- de voor de kwaliteitsborging eindverantwoordelijke personen;
- de manier waarop de verschillende onderdelen van het bouwplan in samenhang worden beoordeeld;
- de manier waarop integraal wordt beoordeeld of de bouwwerkzaamheden voldoen aan de voorschriften (bedoeld in de hoofdstukken 4 en 5 van het Besluit bouwwerken leefomgeving);
- in welke gevallen en op welke momenten het borgingsplan wordt geactualiseerd;
- welke normen of kwaliteitsverklaringen bouw (artikel 2.14, lid 2 en 3) of gelijkwaardige maatregelen (artikel 2.4) bij de bouwwerkzaamheden worden toegepast;
- op welke bouwwerkzaamheden de beoordeling ten minste is gericht en bij welke bouwwerkzaamheden rekening wordt gehouden met andere kwaliteitsborgingssystemen.
Indienen gereedmelding
Na oplevering van het bouwwerk moet een gereedmelding worden ingediend bij het bevoegd gezag. De gereedmelding bestaat uit:
- Naam, adres en telefoonnummer van degene die de bouwmelding heeft gedaan;
- Adres, kadastrale aanduiding of coördinaten van de locatie waar de bouwactiviteit is uitgevoerd;
- Dagtekening;
- Het ‘dossier bevoegd gezag’ wat bestaat uit;
- De verklaring van de kwaliteitsborger;
- Informatie (als die van belang is) die ingaat op de getroffen maatregelen in het borgingsplan om bouwtechnische risico’s te voorkomen of te beperken;
- Aanduiding van de gebruiksfuncties, verblijfsgebieden, verblijfsruimten en de afmetingen en de bezetting van alle ruimten. Inclusief totaaloppervlakten per gebruiksfunctie;
- Informatie waaruit blijkt dat het bouwwerk voldoet aan de regels over;
- bouwconstructie;
- luchtverversing;
- energiezuinigheid;
- milieuprestatie.
- Informatie over brandveiligheid (dezelfde informatie als die nodig is bij een melding brandveilig gebruik in artikel 6.8, lid 1, onder d, onder 4° en 5° Besluit bouwwerken leefomgeving);
- Informatie over toegepaste gelijkwaardige maatregelen (artikel 4.7 van de Omgevingswet).
Bijzondere lokale omstandigheden
Bij het bouwen onder kwaliteitsborging moet uit bijzondere lokale omstandigheden of risico's meenemen als uitgangspunt voor de uitgangspunten voor de risicobeoordeling en borgingsplan. Hieronder leest u meer over de lokale omstandigheden die mogelijk een rol kunnen spelen bij uw project.
In het omgevingsplan zijn regels opgenomen die specifiek gelden voor een locatie. U vindt dit in het Omgevingsloket onder:
Kaarten leefomgeving
Hier vindt u informatie over de volgende onderdelen:
- Natura 2000 de Alde Feanen;
- Externe veiligheid en omgevingsveiligheid zoals ligging hogedrukgasleidingen, contouren langs rijkswegen (A7 en N31) en provinciale wegen, gaswinlocaties;
- Geluids- en geurcontouren;
- Kwetsbare fundering door droogte;
- Bodemkwaliteitskaart;
- Beschikbaarheid en bereikbaarheid bluswater;
- Vliegveld Drachten.
Overig informatie
- Monumenten www.monumenten.nl
- Archeologische waarden: Archeologische kaart (FAMKE)
- Ontheffingsaanvragen moeten lopen via overleg met de webhebeerder (KLIK, persriool, netbeheerder, gas/waterstof, ontheffingen).
Wij adviseren u contact met ons op te nemen als u vragen heeft over bijzondere lokale omstandigheden.