Verordening bekostiging leerlingenvervoer in begrijpelijke taal
Besluit van de raad van de gemeente Smallingerland tot vaststelling van de verordening bekostiging leerlingenvervoer gemeente Smallingerland 2021
Artikel 1: Definities
Artikel 2: Doelstelling
In deze verordening staat beschreven wat de wettelijke regels zijn betreft het leerlingenvervoer. Bij elke aanvraag wordt er gekeken naar de individuele situatie van de leerling. Bij het toekennen van de vergoeding, gedeeltelijk of in zijn geheel, wordt er gekeken naar het goedkoopst en passend vervoer.
Dit wordt berekent vanaf de woning of opstapplaats van de leerling tot de dichtstbijzijnde toegankelijke school voor de leerling en terug.
Artikel 3: Het aanvragen van leerlingenvervoer
- De aanvraag voor het leerlingenvervoer moet in dezelfde gemeente aangevraagd worden als waar de leerling verblijft. De ouder, of wanneer de leerling 18+ is moet het formulier volledig invullen. Het is belangrijk dat een handtekening op het formulier staat.
- De gemeente kan om meer informatie vragen. Als hierom gevraagd wordt krijgt u vanzelf bericht.
- De gegevens die op het formulier staan worden alleen gebruikt voor de aanvraag.
- Op het moment dat de aanvraag binnengekomen is kunt u binnen 8 weken een reactie krijgen.
- De gemeente kan meer tijd nodig hebben om op uw aanvraag te reageren. Als dit zo is dan krijgt u hier vanzelf bericht over. De gemeente kan er maximaal 4 weken langer over doen om te reageren.
- Als leerlingenvervoer wordt toegekend door de gemeente heeft u hier recht op vanaf:
- Wanneer het om een vergoeding gaat dan gaat de regeling in op de datum die de aanvrager aan heeft gegeven in het formulier. Deze datum kan niet eerder zijn dan de datum waarop het aanvraagformulier is ingeleverd.
- Als u gepast vervoer hebt aangevraagd dan gaat de regeling in vanaf een datum die zo goed mogelijk aansluit op de datum die is aangegeven op het formulier.
Artikel 4: Hoe zelfstandig kan uw kind naar school?
- Als u leerlingenvervoer hebt aangevraagd dan wordt er gekeken hoe zelfstandig uw kind is en hoe zelfstandig het gezin is. Hier kijkt de gemeente naar om te kijken wat het beste vervoer is voor uw kind.
- De gemeente kan onderzoeken of het gepaste vervoer goed is voor de leerling.
- Als er iets veranderd in de tijd dat de leerling gebruik maakt van het vervoer dan kan de gemeente dit aanpassen.
- De gemeente gaat samen met de school bekijken of de leerling zelfstandig naar school kan gaan.
Artikel 5: OOGO met het samenwerkingsverband
- In het OOGO wordt gesproken over afspraken over het vervoer naar scholen en eventuele knelpunten worden besproken. Dit is een overleg met het samenwerkingsverband en wethouder.
Artikel 6: Wat zijn de algemene voorwaarden voor het krijgen van gepast vervoer?
- Als u kiest voor een verder weg gelegen school, dan kunt u alleen in aanmerking komen voor leerlingenvervoer naar de dichtstbijzijnde toegankelijke school.
- U bent altijd verantwoordelijk voor het naar school gaan van uw kind.
- Als de leerling 18+ is en in staat is om zelf een aanvraag in te dienen dan wordt de aanvraag ook aan hem of haar toegekend.
- De gemeente bepaalt hoe en wanneer de leerling een vervoersvoorziening krijgt. Ook bepaalt de gemeente hoelang deze voorziening duurt.
- De gemeente kan extra voorwaarden stellen voor het geven van leerlingenvervoer.
- De gemeente geeft alleen een vervoersvoorziening aan de leerling vanaf zijn woning tot aan de dichtstbijzijnde toegankelijke school. Dit geldt ook voor de terugweg.
- De gemeente kan extra regels maken als dit nodig is.
Artikel 7: Opnieuw beoordelen, tijdelijk of volledig stoppen of de vergoeding terugvorderen
- Wanneer er iets veranderd in uw situatie die van invloed kan zijn op het gebruik van de vervoersvoorziening dan bent u verplicht dit te melden bij de gemeente.
- Als de veranderde situatie invloed heeft op het gebruik van de vervoersvoorziening dan gaat de gemeente opnieuw bepalen of u wel of niet recht heeft op een vervoersvoorziening.
- U krijgt schriftelijk besluit van de gemeente over het wel of niet krijgen van de vervoersvoorziening.
- De gemeente kan altijd uw verzoek opnieuw bekijken en beoordelen wanneer:
- Er niet meer wordt voldaan aan de voorwaarden.
- De vervoersvoorziening is toegekend op basis van onjuiste gegevens.
- De vervoersvoorziening niet meer de meest gepaste vervoersvoorziening is.
- De leerling zich zo erg misdraagt tijdens het verblijf in de vervoersvoorziening dat dit niet meer acceptabel is.
- Het vervoeren van de leerling leidt tot onveilige situaties in de vervoersvoorziening.
- U blijft altijd verantwoordelijke voor het gedrag van de leerling.
- De kosten die gemaakt worden voor de leerling kunnen teruggevorderd worden wanneer hij/zij geen gebruik mocht maken van de vervoersvoorziening.
Artikel 8: Vervoersvoorziening naar de dichtstbijzijnde toegankelijke school.
- De vervoersvoorziening wordt toegekend vanaf de woning of opstapplaats van de leerling tot aan de dichtstbijzijnde toegankelijke school. Uitzondering: Als de kosten voor het vervoer naar een verder weg gelegen school goedkoper blijkt te zijn dan is dit ook mogelijk.
- Wanneer het gaat om speciale scholen voor het basisonderwijs kan ook het vervoer naar een dichtstbijzijnde school in het samenwerkingsverband worden toegekend. Dit kan ook een school zijn dat dichterbij de woning is gelegen maar buiten het samenwerkingsverband valt.
- Als u een vervoersvoorziening aanvraagt naar een school die verder weg ligt dan de dichtstbijzijnde toegankelijke school wordt deze alleen toegekend wanneer:
- U de gemeente overtuigend aantoont waarom uw kind een speciale onderwijsbehoefte heeft.
- U de gemeente overtuigend aantoont dat de dichtstbijzijnde toegankelijke school de speciale onderwijsbehoefte niet kan bieden.
- Wanneer het aanbod in de omgeving niet goed aansluit op de behoefte dan kan het in het OOGO besproken worden.
Artikel 9: Afstandsgrens
- De leerling krijgt de vervoersvoorziening als de afstand van de woning naar de dichtstbijzijnde toegankelijke school voor:
- Basisonderwijs meer bedraagt dan zes kilometer.
- Speciaal basisonderwijs meer bedraagt dan drie kilometer.
- Speciaal onderwijs meer bedraagt dan drie kilometer.
- Als u de gemeente overtuigend aantoont dat het om een gehandicapte leerling gaat dan wordt er geen afstandsgrens gehanteerd. Het is mogelijk dat er om medisch advies gevraagd wordt om dit besluit te nemen.
Artikel 10: Opstapplaats
- De gemeente kan bij het geven van een vervoersvoorziening de opstapplaats bepalen. De opstapplaats is de plek waar de leerling wordt opgehaald.
- U bent er voor verantwoordelijk dat de leerling bij de opstapplaats komt.
- De gemeente zal geen opstapplaats aanwijzen als u aantoont dat het brengen van de leerling naar deze plek onmogelijk is.
- De gemeente kiest geen opstapplaats uit wanneer dit leidt tot hogere kosten dan een vervoersvoorziening vanaf het huis van de leerling.
Artikel 11: Peildatum leeftijd leerling
- Voor het krijgen van een vervoersvoorziening is de leeftijd van de leerling op 1 augustus van het schooljaar waarop de vervoersvoorziening betrekking heeft bepalend.
Artikel 12: andere vergoedingen
- Als de leerling een toelage krijgt die ook geldt voor reiskosten, dan wordt deze toelage in mindering gebracht op de vergoeding of als eigen bijdrage in rekening gebracht.
Artikel 13: Schooltijden en wachttijden
- Het bekostigen van de vervoersvoorziening vindt plaats op de normale schooldagen en schooltijden. Hiervoor wordt in de schoolgids van de school van de leerling gekeken.
- Wanneer de school verschillende lesroosters hanteert dan kan het zijn dat de leerling één of meerdere lesuren moet wachten op de vervoersvoorziening, zodat de leerling mee kan in het reguliere vervoer.
- Wanneer de schooldagen en schooltijden niet hetzelfde zijn als in de schoolgids dan wordt dit niet betaalt door de gemeente. Wanneer u kunt bewijzen dat de handicap van de leerling het niet mogelijk maakt om de normale schooldagen en tijden aan te houden dan kan er een uitzondering gemaakt worden.
Artikel 14: Tijdelijk verblijf buiten de gemeente
- De gemeente kan maximaal 6 weken een vervoersvoorziening toekennen aan de leerling wanneer hij/zij buiten de gemeente verblijft vanwege een crisissituatie. Hiervoor moet aan de volgende voorwaarden voldaan worden:
- De leerling blijft zijn eigen school bezoeken
- Voordat de leerling tijdelijk in een andere gemeente verblijft was er al een vervoersvoorziening toegekend.
- De bedoeling is dat de leerling weer terug gaat naar de gemeente waar hij/zij vandaan komt.
- De vervoersvoorziening die de leerling heeft voordat hij/zij naar een andere gemeente gaat wordt tijdelijk stopgezet en gaat weer in op het moment dat de leerling terug is.
Artikel 15: Vervoersvoorziening naar stage
- Als de leerling al een vervoersvoorziening heeft om naar een school voor voortgezet speciaal onderwijs of een school voor voortgezet onderwijs te gaan dan kan een aanvraag ingediend worden om een vervoersvoorziening naar een stageadres te krijgen.
- De aanvraag voor een vervoersvoorziening naar stage toe kan ook worden aangevraagd door de school voor voortgezet speciaal onderwijs of een school voor voortgezet onderwijs.
- De vervoersvoorziening naar stage wordt alleen toegekend als:
- De stage onderdeel is van de opleiding en wordt vermeld in de schoolgids of in het stagecontract.
- De stagetijden overeenkomen met de normale schooltijden.
- De stage op één stageadres is.
- Het stageadres gelegen is op de route van de woning van de leerling naar de school. Als u kunt aantonen dat dit niet mogelijk is, dan kan de gemeente bepalen hoever de stageplaats van de school mag afliggen.
- De vervoersvoorziening wordt toegekend vanaf de woning of opstapplaats van de leerling tot aan de dichtstbijzijnde toegankelijke stageplaats.
- De gemeente kan het stagecontract opvragen.
Artikel 16: Geven van vervoersvoorziening
- De gemeente kan bij het geven van een vervoersvoorziening, een vervoersontwikkelingsplan of een vervoersadvies van een deskundige gebruiken die voor de onderzoeksfase van belang is.
- Als er begeleiding nodig is tijdens het vervoer, dan vergoedt de gemeente alleen de kosten die verbonden zijn aan de begeleiding van de leerling tijdens het vervoer.
Artikel 17: Vergoeding van de kosten van openbaar vervoer en vervoer per fiets
- In artikel 9 wordt gesproken over de afstandsgrens. Als hieraan voldaan wordt dan bekostigd de gemeente de kosten voor het openbaar vervoer voor de leerling die primair onderwijs of (voortgezet) speciaal onderwijs volgt.
- Wanneer er wordt voldaan aan de afstandsgrens en de leerling maakt gebruik van een fiets, dan bekostigd de gemeente de kosten van het vervoer per fiets.
- De vergoeding die u krijgt wanneer de leerling op de fiets naar school gaat is € 0,09 per kilometer. Er wordt gekeken naar de kortste afstand tussen woning/opstapplaats en school.
Artikel 18: Vergoeding kosten openbaar vervoer of fiets voor de begeleider
- De gemeente kan de kosten van het openbaar vervoer of vervoer per fiets van een begeleider van de leerling vergoeden als:
- Aan de afstandsgrens is voldaan, de leerling jonger is dan 9 jaar en als u de gemeente overtuigd dat de leerling een begeleider nodig heeft.
- De kilometervergoeding voor de begeleider voor de fiets is € 0,09 per kilometer. Er wordt gekeken naar de kortste afstand tussen woning/opstapplaats en school.
- Als de begeleider meer dan 1 leerling tegelijk begeleidt, dan worden de kosten voor maar één begeleider vergoedt.
Artikel 19: Voorziening in de vorm van aangepast vervoer
- De gemeente geeft een vervoersvoorziening in de vorm van aangepast vervoer aan de leerling die een school bezoekt als:
- Aansprak wordt gemaakt op de vergoeding zoals die in artikel 17 en 18 is beschreven en de leerling gebruik maakt van openbaar vervoer naar school of terug, meer dan 1,5 uur onderweg is en de reistijd met aangepast vervoer 50% of minder van de reistijd per openbaar vervoer kan worden teruggebracht.
- Er geen aanspraak bestaat op de vergoeding zoals die in artikel 17 en 18 is beschreven, tenzij de leerling volgens de gemeente met of zonder begeleiding gebruik kan maken van het vervoer per fiets.
- Aanspraak wordt gemaakt op de vergoeding zoals die in artikel 18 is beschreven en door de ouders overtuigend wordt aangetoond dat begeleiding van de leerling door de ouders of anderen onmogelijk blijkt en geen andere oplossing mogelijk is.
- De leerling volgens de gemeente ook niet onder begeleiding in staat is van het openbaar vervoer gebruik te maken.
Artikel 20: vergoeding op basis van de kosten van eigen vervoer
- Als er aanspraak is op een vervoersvoorziening kan de gemeente u vragen of op aanvraag toestaan één of meerdere leerlingen zelf te vervoeren of te laten vervoeren.
- Als hiervoor toestemming is verleend vergoed de gemeente de ouder die een leerling zelf vervoerd, dan wel laat vervoeren:
- een fietsvergoeding als de leerling zonder of met begeleiding kan fietsen. Deze vergoeding is € 0,09 per kilometer langs de kortste route.
- Een vergoeding op basis van de kosten van het openbaar vervoer als de leerling met of zonder begeleiding gebruik kan maken van het openbaar vervoer.
- Een bedrag op basis van een kilometervergoeding voor de auto, wanneer er aanspraak zou bestaan op een voorziening in de vorm van aangepast vervoer. Deze vergoeding bedraagt het belastingvrije kilometerbedrag per kilometer.
- Als er een vervoersvoorziening is toegekend en ouders vervoeren op verzoek van de gemeente meer dan één leerling dan krijgen zij een kilometervergoeding. Deze vergoeding bedraagt het belastingvrije kilometerbedrag per kilometer.
- Aan ouders die één of meerdere leerlingen laten vervoeren door andere ouders die voor het vervoer een vergoeding krijgen van de gemeente wordt geen vergoeding verstreken.
Artikel 21: Vergoeding andere vervoersvoorziening
- Als er recht is op een vervoersvoorziening, dan kan de gemeente na overleg met de ouders een vergoeding verstrekken voor een andere passende voorziening die goedkoper is of evenveel kost als het openbaar vervoer.
Artikel 22: Vervoersvoorziening voor het weekend en tijdens de vakantie
- De gemeente kan een vervoersvoorziening in het weekend of in de vakantie toekennen aan de in de gemeente wonende ouders van de leerling die in een internaat of bij een pleeggezin verblijft. De reden achter dit verblijf moet zijn dat hierdoor de leerling passend speciaal onderwijs of voortgezet speciaal onderwijs kan volgen.
- De gemeente kent aan u een vervoersvoorziening toe voor het weekendvervoer van de leerling. Deze eenmaal per weekend gemaakte reis van het internaat of het pleeggezin naar de woning van de ouders en terug geldt alleen wanneer het weekend niet in de schoolvakanties valt.
- De gemeente geeft u een vervoersvoorziening voor het vakantievervoer van de leerling voor eenmaal per schoolvakantie van twee dagen of meer gemaakte reis van het internaat of het pleeggezin naar de woning van de ouders en terug. De vakantie moet voorkomen in de schoolgids van de school waar de leerling naar toe gaat.
Artikel 23: Eigen bijdrage in de vorm van een drempelbedrag
- Aan de ouders van de leerling die naar een school voor basisonderwijs of naar een speciale school voor basisonderwijs gaat en die samen meer dan €27.000 verdienen zijn een eigen bijdrage verschuldigd.
- Als de leerling naar een school voor basisonderwijs of naar een speciale school voor basisonderwijs gaat en de ouders meer verdienen dan €27.000 dan zijn zij een eigen bijdrage verschuldigd.
- Als de gemeente het vervoer zelf verzorgt of laat verzorgen dan betalen de ouders per leerling per schooljaar een eigen bijdrage die gelijk is aan de kosten van het openbaar vervoer tot maximaal het bedrag van de kosten van het vervoer.
- Met de kosten voor het openbaar vervoer hebben we het over de kosten van openbaar vervoer die bij gebruik van de OV-chipkaart of een andere OV betaalmogelijkheid worden gemaakt. Tijdens het bepalen van de kosten wordt er rekening gehouden met de kortingen die voor de leerling geldt binnen het systeem.
- Het inkomensbedrag van €27.000 wordt jaarlijks op 1 januari aangepast aan de wijziging die het indexcijfer van de regelingslonen van volwassen werknemers heeft ondergaan ten opzichte van het voorafgaande jaar en rekenkundig afgerond op een veelvoud van €450.
- De bovenstaande vier punten zijn niet van toepassing wanneer de leerling gehandicapt is.
Artikel 24: Eigen bijdrage in de vorm van een financiële draagkrachtafhankelijke bijdrage
- Wanneer de afstand van de woning van de leerling naar de dichtstbijzijnde toegankelijke school voor basisonderwijs meer dan 20 kilometer bedraagt, wordt naast de eigen bijdrage nog een financiële draagkrachtafhankelijke bijdrage in rekening gebracht.
- Deze financiële draagkrachtafhankelijke bijdrage wordt per gezin berekend. In deze tabel staat de financiële draagkrachtafhankelijke bijdrage vermeld die past bij het gezamenlijk inkomen.
Inkomen in euro's Eigen bijdrage in euro's per gezin 0 - 35.000 0 35.500 - 42.000 150,- 42.000 - 48.500 630,- 48.500 - 55.000 1.180,- 55.000 - 62.500 1.725,- 62.500 - 69.000 2.270,- 69.000 - en meer Voor elke extra € 5.500: €560 erbij - De inkomensbedragen worden met ingang van 1 januari 2021 elk jaar aangepast.
- De bedragen van de financiële draagkrachtafhankelijke bijdrage worden met ingang van 1 januari 2021 jaarlijks aangepast.
- Bovenstaande vier punten zijn niet van toepassing wanneer de leerling gehandicapt is.
Artikel 25: Beslissing gemeente in gevallen waarin de regeling niet voorziet
- Als er gevallen zijn waarin deze verordening niet voorziet, dan beslist de gemeente over de uitvoering van het leerlingenvervoer.
Artikel 26: Hardheidsclausule
- De gemeente kan in bijzondere gevallen afwijken van de bepalingen in deze verordening voor het vervoer voor onderwijs ten gunste van de ouders. Als het nodig is schakelt de gemeente deskundigen in.
Artikel 27: Intrekking oude regeling
- De oude verordening leerlingenvervoer gemeente Smallingerland uit 2009 wordt ingetrokken.
Artikel 28: Inwerkingtreding
- Deze verordening gaat in per 1 augustus 2021.
- Deze verordening heet: Verordening bekostiging leerlingenvervoer gemeente Smallingerland 2021.